Genesis 35:13

13 Toen voer God van hem op in die plaats, waar Hij met hem gesproken had.

Genesis 35:13 Meaning and Commentary

Genesis 35:13

And God went up from him
Or "from above" him F24; by this it seems that there was a visible appearance of the glory of the Lord, as Onkelos, or of the Shechinah, as Jonathan; even of the Son of God in an human form, who either appeared just above him, or on the same spot with him, conversing with him as above related; and when he had done, ascended in a visible manner from him, till he disappeared: in the place where he talked with him;
whether it was over him, or by him; thence he removed from him, and ceased talking with him; for communion with a divine Person is not constant and uninterrupted in the present state.


FOOTNOTES:

F24 (wylem) "desuper eum", Montanus.

Genesis 35:13 In-Context

11 Voorts zeide God tot hem: Ik ben God de Almachtige! wees vruchtbaar, en vermenigvuldig! Een volk, ja, een hoop der volken zal uit u worden, en koningen zullen uit uw lenden voortkomen.
12 En dit land, dat Ik aan Abraham en Izak gegeven heb, dat zal Ik u geven; en aan uw zaad na u zal Ik dit land geven.
13 Toen voer God van hem op in die plaats, waar Hij met hem gesproken had.
14 En Jakob stelde een opgericht teken op in die plaats, waar Hij met hem gesproken had, een stenen opgericht teken; en hij stortte daarop drankoffer, en goot olie daarover.
15 En Jakob noemde den naam dier plaats, alwaar God met hem gesproken had, Beth-El.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.