Genesis 50:7

7 En Jozef toog op, om zijn vader te begraven; en met hem togen op alle Farao's knechten, de oudsten van zijn huis, en al de oudsten des lands van Egypte;

Genesis 50:7 Meaning and Commentary

Genesis 50:7

And Joseph went up to bury his father
According to his request; having obtained leave of Pharaoh, and being desirous of paying his last respects, and doing his last office to so dear a parent, with all the honour and decency this service could be done with: and with him went up all the servants of Pharaoh;
a great number of them, some must be left to wait upon him; who these were the next words explain: the elders of his house:
his senators and counsellors, his courtiers and principal officers of state: and all the elders of the land of Egypt;
governors of provinces and cities, the chief officers, civil and military; all which was done by the orders of Pharaoh, out of respect to Joseph and his family, and to make the funeral procession grand and honourable.

Genesis 50:7 In-Context

5 Mijn vader heeft mij doen zweren, zeggende: Zie, ik sterf; in mijn graf, dat ik mij in het land Kanaan gegraven heb, daar zult gij mij begraven! Nu dan, laat mij toch optrekken, dat ik mijn vader begrave, dan zal ik wederkomen.
6 En Farao zeide: Trek op en begraaf uw vader, gelijk als hij u heeft doen zweren.
7 En Jozef toog op, om zijn vader te begraven; en met hem togen op alle Farao's knechten, de oudsten van zijn huis, en al de oudsten des lands van Egypte;
8 Daartoe het ganse huis van Jozef, en zijn broeders, en het huis zijns vaders; alleen hun kleine kinderen, en hun schapen, en hun runderen lieten zij in het land Gosen.
9 En met hem togen op, zo wagenen als ruiteren; en het was een zeer zwaar heir.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.