Genesis 50:8

8 Daartoe het ganse huis van Jozef, en zijn broeders, en het huis zijns vaders; alleen hun kleine kinderen, en hun schapen, en hun runderen lieten zij in het land Gosen.

Genesis 50:8 Meaning and Commentary

Genesis 50:8

And all the house of Joseph, and his brethren, and his father's
house
Joseph and his two sons, and his servants, and his eleven brethren and their sons that were grown up, and as many of his father's domestics as could be spared attended the funeral: only their little ones, and their flocks, and their herds, they left in
the land of Goshen;
there must be some servants left, though they are not mentioned, to take care of the little ones, and of the flocks and herds; and these being left behind, plainly show they intended to return again, and did not make this an excuse to get out of the land.

Genesis 50:8 In-Context

6 En Farao zeide: Trek op en begraaf uw vader, gelijk als hij u heeft doen zweren.
7 En Jozef toog op, om zijn vader te begraven; en met hem togen op alle Farao's knechten, de oudsten van zijn huis, en al de oudsten des lands van Egypte;
8 Daartoe het ganse huis van Jozef, en zijn broeders, en het huis zijns vaders; alleen hun kleine kinderen, en hun schapen, en hun runderen lieten zij in het land Gosen.
9 En met hem togen op, zo wagenen als ruiteren; en het was een zeer zwaar heir.
10 Toen zij nu aan het plein van het doornbos kwamen, dat aan gene zijde van de Jordaan is, hielden zij daar een grote en zeer zware rouwklage; en hij maakte zijn vader een rouw van zeven dagen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.