Johannes 9:9

9 Anderen zeiden: Hij is het; en anderen: Hij is hem gelijk. Hij zeide: Ik ben het.

Johannes 9:9 Meaning and Commentary

John 9:9

Some said, this is he
It is the same man that was blind, and begged:

others [said];
in one of Beza's copies it is added "no", and so read the Vulgate Latin, and all the Oriental versions; though they owned and said,

he is like him.
This discourse of the neighbours concerning the blind man restored to sight, resembles the talk that generally is among relations, acquaintance, and neighbours, when anyone belonging to them is called by grace, and converted, saying, what is come to such an one? is he mad or melancholy? he is not the man he was: he is scarcely the same; is it he, or another? what is the matter with him?

[but] he said, I am [he];
and so put an end to the dispute between them, by his frank acknowledgment that he was the blind man, and the beggar they before knew as such: so persons enlightened by the Spirit of God, and effectually called by his grace, are very free and ready to acknowledge what they were before conversion, what poor, blind, and miserable, and contemptible creatures they were: Matthew owns himself to have been a publican; and Paul confesses he was a blasphemer, a persecutor, and an injurious person, and the chief of sinners.

Johannes 9:9 In-Context

7 En zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (hetwelk overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende.

8 De geburen dan, en die hem te voren gezien hadden, dat hij blind was, zeiden: Is deze niet, die zat en bedelde?

9 Anderen zeiden: Hij is het; en anderen: Hij is hem gelijk. Hij zeide: Ik ben het.

10 Zij dan zeiden tot hem: Hoe zijn u de ogen geopend?

11 Hij antwoordde en zeide: De Mens, genaamd Jezus, maakte slijk, en bestreek mijn ogen, en zeide tot mij: Ga heen naar het badwater Siloam, en was u. En ik ging heen, en wies mij, en ik werd ziende.