Zacharia 8:2

2 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb geijverd over Sion met een groten ijver; ja, met grote grimmigheid heb Ik over haar geijverd.

Zacharia 8:2 Meaning and Commentary

Zechariah 8:2

Thus saith the Lord of hosts
This prophecy, according to Kimchi and Ben Melech, respects time to come; the days of the Messiah, in the war of Gog and Magog, when they shall come up against Jerusalem, and the Lord shall pour out his great wrath upon them; and it seems right to interpret it, not only literally of Jerusalem, but spiritually of the church in Gospel times: I was jealous for Zion with great jealousy;
the Arabic version reads, "for Jerusalem, and for Zion"; as in ( Zechariah 1:14 ) , (See Gill on Zechariah 1:14): and I was jealous for her with great fury:
that is, against her enemies; the Babylonians and Chaldeans now, and the antichristian powers in Gospel times. The Targum paraphrases it, "against the people that provoked her to jealousy"; the past tense is put for the future, as Kimchi and Ben Melech observe.

Zacharia 8:2 In-Context

1 Daarna geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen tot mij, zeggende:
2 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb geijverd over Sion met een groten ijver; ja, met grote grimmigheid heb Ik over haar geijverd.
3 Alzo zegt de HEERE: Ik ben wedergekeerd tot Sion, en Ik zal in het midden van Jeruzalem wonen; en Jeruzalem zal geheten worden een stad der waarheid, en de berg des HEEREN der heirscharen, een berg der heiligheid.
4 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Er zullen nog oude mannen en oude vrouwen zitten op de straten van Jeruzalem; een ieder zal zijn stok in zijn hand hebben vanwege de veelheid der dagen.
5 En de straten dier stad zullen vervuld worden met knechtjes en meisjes, spelende op haar straten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.