Psalmen 31:14

14 Want ik hoorde de naspraak van velen; vreze is van rondom, dewijl zij te zamen tegen mij raadslaan; zij denken mijn ziel te nemen.

Psalmen 31:14 Meaning and Commentary

Psalms 31:14

But I trusted in thee, O Lord
His faith revived again under all the discouraging views he had of things, and was exercised upon the Lord; he committed himself to him, believing he was able to help him in his time of trouble, and deliver him;

I said, thou [art] my God;
he claimed his covenant interest in him, and used it as an argument with him to have regard unto him, and as a support to his faith in his present distress; (See Gill on Psalms 7:1).

Psalmen 31:14 In-Context

12 Vanwege al mijn wederpartijders ben ik, ook mijn naburen, grotelijks tot een smaad geworden, en mijn bekenden tot een schrik; die mij op de straten zien, vlieden van mij weg.
13 Ik ben uit het hart vergeten als een dode; ik ben geworden als een bedorven vat.
14 Want ik hoorde de naspraak van velen; vreze is van rondom, dewijl zij te zamen tegen mij raadslaan; zij denken mijn ziel te nemen.
15 Maar ik vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg: Gij zijt mijn God.
16 Mijn tijden zijn in Uw hand; red mij van de hand mijner vijanden, en van mijn vervolgers.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.