Change Translation
- Recent Translations
-
Audio Available
- All Translations
-
Audio Available
Psalmen 146; Psalmen 147
Viewing Multiple Passages
Share
Settings
Psalmen 146
1
Hallelujah! O mijn ziel! prijs den HEERE.
2
Ik zal den HEERE prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.
3
Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is.
4
Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot zijn aarde; te dienzelfden dage vergaan zijn aanslagen.
5
Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
6
Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid.
7
Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los.
8
De HEERE opent de ogen der blinden; de HEERE richt de gebogenen op; de HEERE heeft de rechtvaardigen lief.
9
De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om.
10
De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Psalmen 147
1
Looft den HEERE, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk.
2
De HEERE bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israels verdrevenen.
3
Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten.
4
Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze allen bij namen.
5
Onze Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen getal.
6
De HEERE houdt de zachtmoedigen staande; de goddelozen vernedert Hij, tot de aarde toe.
7
Zingt den HEERE bij beurte met dankzegging; psalmzingt onzen God op de harp.
8
Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten;
9
Die het vee zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen.
10
Hij heeft geen lust aan de sterkte des paards; Hij heeft geen welgevallen aan de benen des mans.
11
De HEERE heeft een welgevallen aan hen, die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid hopen.
12
O Jeruzalem! roem den HEERE; o Sion! loof uw God.
13
Want Hij maakt de grendelen uwer poorten sterk; Hij zegent uw kinderen binnen in u.
14
Die uw landpalen in vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette der tarwe.
15
Hij zendt Zijn bevel op aarde; Zijn woord loopt zeer snel.
16
Hij geeft sneeuw als wol; Hij strooit den rijm als as.
17
Hij werpt Zijn ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude?
18
Hij zendt Zijn woord, en doet ze smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de wateren vloeien henen.
19
Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israel Zijn inzettingen en Zijn rechten.
20
Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet. Hallelujah!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.